by Het belangrijkste kenmerk van kamelenvlees is dat het extreem mager is, wat bijdraagt aan de gezondheidswaarde en tegelijkertijd een uitdaging vormt voor chef-koks. Als het vlees niet op de juiste manier wordt bereid, kan het erg droog en rubberachtig worden. Er zijn een paar manieren om dit te voorkomen, te beginnen met het gebruik van jong kamelenvlees, omdat het veel taaier wordt naarmate het dier ouder wordt. De meest wenselijke snit staat bekend als kameeltrim, genomen van onder de bult van de kameel. Over de bult gesproken: deze slaat geen water op, zoals de populaire mythe wil doen geloven, maar is eerder vet. Sommige chef-koks voegen zelfs een beetje bultvet toe aan hun burgergehakt om het vlees malser en sappiger te maken. Zelfs dan blijft het voedingsprofiel behoorlijk indrukwekkend.
Volgens de National Institutes of Health heeft kamelenvlees een hoger eiwitgehalte dan de meeste andere soorten vlees. Bovendien is het een rijke bron van essentiële aminozuren, mineralen, vitamines en omega-3-vetzuren. Het heeft een indrukwekkend laag cholesterolgehalte en de NIH suggereert zelfs dat het de spier- en zenuwfunctie zou kunnen verbeteren vanwege het royale ijzergehalte. Interessant genoeg blijkt dat het cholesterol- en vetgehalte in kamelenvlees toeneemt naarmate het dier ouder wordt. Het gebruik van vlees van jongere leden van de soort heeft dus niet alleen de voorkeur vanuit het oogpunt van malsheid, maar ook met betrekking tot onze gezondheid.
