September 27, 2023

De pluktijd van bramen zegt de Isle of Wight Natural History-groep

Blackberrying is de enige bijna universele daad van foerageren om nog steeds te overleven in ons geïndustrialiseerde en technologisch geavanceerde land.

Het is een link met het platteland en een link met het verleden, dat duizenden jaren teruggaat.

Er zijn braambessenzaden gevonden in de maag van een neolithische man, opgegraven uit ondergedompelde klei aan de kust van Essex.

Op Michaelmas (29 september) geloofde men in veel delen van het land dat de Duivel bramen verontreinigde door erop te spugen of te urineren.

Na Sinterklaas was het onverstandig om nog meer te plukken. Daar is enig bewijs voor, want late bramen zijn vaak vatbaar voor meeldauw en bacteriën.

Bramen hebben nog andere toepassingen, behalve dat ze ons, en de natuur, bramen geven.

De bloemen zijn een geweldige bron van nectar voor vlinders en andere insecten.

Ze vormen een natuurlijk ondoordringbaar levend hek. Traditioneel werden braamstruiken in de geneeskunde gebruikt voor genezende en ontgiftende eigenschappen en werden vezels van de stengel gebruikt om touwtjes te maken.

Een van de fabels van Aesopus, verloren gegaan in de tijd, gaat over een aalscholver, een vleermuis en een braamstruik.

De aalscholver was een koopman die in wol handelde. Hij ging samen met de vleermuis en de braamstruik in een boot zitten om zijn wol naar het buitenland te vervoeren, maar de boot verging.

De aalscholver is altijd aan het duiken, op zoek naar zijn lading; de vleermuis is geld schuldig en verbergt zich tot het donker wordt voor zijn schuldeisers; de braamstruik compenseert zijn verliezen door wol te stelen van passerende schapen.

Bramen zijn een verbazingwekkend complexe groep planten.

Er is niet slechts één soort braam. Het omvat een grote en complexe groep van meer dan 300 nauw verwante maar subtiel verschillende microsoorten.

Ze worden bestudeerd door een kleine groep bramenexperts. De studie van braamstruiken staat bekend als batologie.

Elke microsoort verspreidt zich vegetatief of vanuit zaden die door vogels worden gegeten; ze kruisen niet.

Sommige zijn heel lokaal. In 1845 ontdekte de Victoriaanse botanicus Bell Salter bijvoorbeeld een nieuwe braamstruik in America Woods, buiten Shanklin.

Hij heeft opvallende grote, witte bloemen en naar hem werd hij Rubus salteri genoemd. De soort komt nog steeds voor in America Woods, maar komt nergens anders in het land voor.

Er is één braamstruik, een gecultiveerde variëteit genaamd Himalayan Giant, die uit de teelt is ontsnapt.

Het is een bijzonder krachtige plant, moeilijk onder controle te houden, en heeft zich wijd verspreid op het platteland en rond tuinen, waarbij hij enorme stukken grasland en struikgewas heeft overgenomen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *